ga wild

 

Hang een mand aan je arm, pak een schepje, een schaar of zakmes en ga op pad om kruiden te oogsten. Neem een thermoskan met heet water mee om onderweg een wilde thee te maken. Als je “wild gaat” om kruiden te plukken, raak je vanzelf verbonden met de natuur om je heen en dus met jezelf. De natuur met haar gulle giften is een schatkamer. Bloemen, bloesems, wortels, zaden, vruchten, schors, bladeren, bronwater; er is zoveel wat onze gezondheid kan ondersteunen. Zijn in de natuur is een balsem voor de ziel. De seizoenen zijn als ons natuurlijke ritme. Veranderingen die daarbij horen spiegelen onze levensprocessen want "de natuur is onze oorsprong". Oogsten van kruiden moet je wel met enig verstand van kruidenzaken doen. Er zijn steeds meer kruidkundigen die na een studie van jaren dergelijke en degelijke kennis willen doorgeven. Als je nog niet veel weet van planten, zorg er dan voor dat je in ieder geval een goede veldgids ( in papier of in levende lijve) hebt. Er zijn professionele kruidenkenners die je in een cursus/workshop van alles kunnen leren over geneeskrachtige planten. Wij organiseren elk voorjaar, zomer en najaar kruidencursussen en kruidenvakanties.

 

Wil je het kaf van het koren onderscheiden, bezoek dan de site van het herboriste gilde Nederland. Daar vind je namen, adressen en geplande activiteiten van professionele kruidenkundigen. www.herboristegilde.nl. 

plukadvies

Eerste advies

Weet naar welk kruid je op zoek gaat en bereid je thuis goed voor. Onderzoek hoe je het kruid kunt herkennen, welk deel je ervan kunt oogsten en wat de biotoop van het kruid is. Zo weet je in het wild zeker dat je het juiste kruid voor je neus hebt. Twijfel je of je het juiste kruid hebt gevonden, laat het dan staan.

Tweede advies

Bedenk wat jouw plukgebied zal zijn. Houd het klein en het liefst zo dicht mogelijk bij huis. Maak er zo vaak als je kunt een wandeling, geniet er alle seizoenen. Zo krijg je verbinding met dat stukje natuur. Kijk tijdens je wandeltochten om je heen, merk op wat er groeit en bloeit. Leg een schrift aan waarin je noteert op welke plek een kruid groeit en wanneer het kruid bloeit of vruchten draagt.

Derde advies

Zorg ervoor dat je meer te weten komt over de plek waar je kruiden wilt gaan oogsten. Is het voor iedereen toegankelijk, is het privéterrein, is het vervuild terrein, is het een beschermd gebied? In een beschermd gebied mag je niets plukken en als het om privéterrein gaat, vraag dan de eigenaar om toestemming daar kruiden te oogsten. Op de volgende plekken kan je beter geen kruiden oogsten: (oude) fabrieksterreinen, langs wegen, in bermen waar honden worden uitgelaten, in een beschermd natuurgebied, in de buurt van industrie, in en nabij landbouw-akkers, op plaatsen waar veel vossen en dassen wonen.

(Probeer de sporen van de dieren te herkennen).

 

Vierde advies

Heb je een plek gevonden waar je kruiden wilt oogsten, inventariseer dan hoeveel er van dat kruid er groeit. Zijn er maar enkele exemplaren van het kruid wat je wilt oogsten, laat ze dan staan. Als je ze toch plukt verdwijnen de soorten en dat wil je vast niet op je geweten hebben. Groeien er meer dan genoeg kruiden, oogst dan maximaal een tiende van wat er groeit. De rest van de kruiden laat je staan. Zo kan de plant zaad vormen en kunnen wortels doorgroeien om zich verder voort te planten en laat je voedsel over voor de dieren, vogels en insecten. De aarde delen we met elkaar, er zijn natuurgenieters die op een ander manier ook van de planten willen genieten.

Vijfde advies

Oogst de kruiden met respect. Neem een schaartje of een scherp mes mee zodat je niet aan de planten hoeft te rukken of trekken en de kruiden op een “lieve” manier kunt oogsten. Vertrap zo weinig mogelijk planten, laat geen sporen na en verstoor geen insecten en dieren.

Zesde advies

Pluk kruiden in de ochtend, tijdens en na een droge en zonnige dag als de dauw is opgedroogd. Pluk niet meer kruiden dan dat je nodig hebt en thuis kunt verwerken. Oogst niet voor commercieel gebruik. Dit advies geldt voor het oogsten in het wild. In jouw tuin ben je vanzelfsprekend eigen baas.

 

Ben dankbaar voor de gulle giften van de natuur, je oorsprong.

Kont omhoog en neus naar de aarde”. Zo herken je een kruidenverzamelaar